In het Weekblad voor Ouder-Amstel verscheen afgelopen week een column met een visie op het Amstelbad (geschreven door Mikis de Winter):

“Mama, papa, gaan we naar het Amstelbad?”, vragen onze kinderen als de zon schijnt. Al hun vriendjes en vriendinnetjes zijn telefonisch niet bereikbaar. Als we gaan zwemmen, dan komen we hen allemaal – zonder enige uitzondering – tegen in het Amstelbad.

Twee weken geleden klopte ik aan bij het met kou omgeven badmeestershuisje van zwembadmanager Hans ten Hove. Samen met met Betty de Keizer, een expert op het gebied van duurzame sport en duurzaam ondernemen, dronken we een kop warme koffie. Wat viel me op?

De kracht van het Amstelbad is de kracht van de ‘civil society’, onder andere belichaamd door de honderdvijftig vrijwilligers, de bijna duizend jaarkaarthouders en de eindeloze lijst sponsors. Het hoge milieubewustzijn van zwembadmanager en bestuur staan garant voor de inzet van innovatieve technieken die fors energie besparen. Het Amstelbad zwemt voorop!

Toch draaide het de afgelopen jaren maar om één ding: overleven op de korte termijn. Provinciale eisen noopten tot een plan voor aanpassingen. Gelukkig vielen de kosten veel minder hoog uit dan gedacht.

Hebben we over 10, 20 of 30 jaar nog een Amstelbad? Ik denk van wel, maar dan alleen als we meer zien dan een zwembad. Welke vormen van sport en spel zouden we er nog meer kunnen beoefenen? Je kunt er al midgetgolfen en beachvolleyballen. Straks een grotere speeltuin of meer klimmogelijkheden?

We benutten deze prachtige – vaak weelderig groene - plek alleen als de zon schijnt. Wat kunnen we doen om elkaar daar het hele jaar door te ontmoeten? Ook hiervoor bleken al vele ideeën te bestaan zoals het overkappen van een deel van het bad.  

Het is nu gewoon een kwestie van de meest kansrijke ideeën uitwerken en er vol voor gaan; voor een  een duurzaam Amstelbad+ . Degenen die dat doen, die verdienen wat GroenLinks betreft een standbeeld.